Normaliseren, ont-professionaliseren en minder problematiseren: onze visie voor de toekomst
We vinden de samenwerking met verwijzers zeer belangrijk en willen deze waar mogelijk nog verder verbeteren. Bijvoorbeeld door elkaars expertise te benutten of het vereenvoudigen van informatie-uitwisseling, zodat onze cliënten niet twee keer hun verhaal hoeven doen. We vinden het fijn hoe betrokken verwijzers zijn bij de intakes, evaluatiegesprekken en eindgesprekken. Dat zorgt voor een effectief zorgproces. Vanuit ROOZ hopen we dit de komende jaren voort te zetten met vernieuwende ideeën. Daarom willen we onze visie delen van wat we willen bereiken.
Wat zijn onderwerpen waar Stichting ROOZ op wil focussen?
“We willen meer uitgaan van competenties. We kijken nu vaak naar wat er niet goed is en problematiseren (te)veel. We willen veel meer de focus leggen op de kwaliteit van iemand, zowel bij het kind als bij ouders. Ouders kunnen op die manier meer zelfvertrouwen krijgen in onder andere hun opvoedkwaliteiten. Een van de manieren waarop we dat aanpakken is de vadergroep. Het viel ons op dat gesprekken vaak alleen met moeders en kinderen waren. We hadden te weinig oog voor de bijdrage van de vaders aan de opvoeding van hun kinderen. Het leek ons daarom zinvol om meerdere vaders met elkaar in gesprek te laten gaan over hun rol als vader. Ook willen we vasthouden aan ons standpunt ‘zo thuis mogelijk’.”
Leg eens uit, wat houdt ‘zo thuis mogelijk’ in?
“We willen het normaliseren om een kind zoveel mogelijk in zijn eigen vertrouwde omgeving te laten. Dat wil zeggen: meehelpen een uithuisplaatsing voorkomen of een kind terugbrengen vanuit een uithuisplaatsing naar huis. ROOZ draagt hieraan bij door bijvoorbeeld ambulante hulp of door de opvang van een kind om ouders te ondersteunen/ontlasten. We willen gezinnen die kwetsbaarder zijn ondersteunen. Een kind zal na een uithuisplaatsing voor zijn eigen veiligheid, toch verlangen naar thuis omdat dat voor hem of haar de norm is.”
Hoe kunnen ambulante hulp en opvang hierin een rol spelen?
“Door een goede wisselwerking te laten zijn tussen ambulant en opvang. We bieden nu meer ambulante zorg dan logeeropvang-zorg en we zien het als een voordeel dat we beide zorgvormen kunnen benutten. Dat houdt in: meer contact tussen groepsbegeleiders, ambulant medewerkers en ouders. We kunnen de samenhang zien tussen de problematiek van het kind in de opvang en die van het systeem waaruit het voortgekomen is. Voor het cliëntsysteem betekent het een eenvoudige afstemming met één organisatie.
ROOZ wil ook toe naar ‘ont-professionalisering’ en informele netwerken. Wil je dat eens uitleggen?
“Om het kind zoveel mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten, moeten we een volgende belangrijke stap nemen: het inzetten van informele netwerken, aangevuld door vrijwilligers. Denk hierbij aan Buurtgezinnen Ede met wie wij samenwerken. Ook zijn we hiervoor in gesprek met Malkander. Daarnaast zien we de vraag naar buddycoaching toenemen en die verantwoordelijkheid willen we waar mogelijk ook deels bij vrijwilligers leggen. Zo dragen we bij aan ont-professionalisering en normalisering.”
Wat wil ROOZ uitstralen naar een gezin en verwijzers?
“Bij ROOZ zijn we er van overtuigd dat er altijd leed is en dat dat nooit helemaal verdwijnt. De wereld om ons heen schept de verwachting dat er geen leed hoort te zijn, terwijl opvoeding geen perfecte vorm kent: in elk gezin speelt wel iets. Momenteel is de zorg geneigd om het helemaal over te nemen met de standaarden van ‘hoe het hoort’. Maar regie bij de ouders zelf is belangrijk en wij moeten daarin een dienende en ondersteunende rol in aannemen. Het is het belangrijkst dat de opvoeding passend is bij het gezin en aansluit bij de normen en waarden binnen het gezin.
Toch willen we niet alleen service verlenend zijn, maar willen we ook constructief tegenspraak geven aan ouders en verwijzers. Verwijzers willen continuering van opvang, terwijl we het bij ROOZ belangrijk vinden dat verwijzers weten dat we meer zijn dan alleen een opvang. Als wij constructief tegenspraak geven, krijgen we een goede dialoog. Die scherpte moeten we behouden, ook met andere professionals.”
En wat willen we bereiken voor de opvang in de toekomst?
“We willen meer maatwerk in de opvang en een stap extra doen voor cliënten met een zware zorgvraag. Door proberen creatieve, passende oplossingen te vinden. Bijvoorbeeld door de groep aan te passen of de context aan te passen, zodat er voor iedereen een passende oplossing komt. Hierbij staat positieve GGZ centraal: we willen de zorg zo normaal mogelijk houden, buiten de gangbare kaders kijken en minder naar de diagnose. Door vanuit de relatie te werken en een stapje extra te doen, willen we voorkomen dat een kind continu van de een naar de andere hulporganisatie gaat.
Neem het logeerhuis: voor een kind is het logeerhuis een benaming die de nadruk niet legt op het abnormale, maar juist op het normale: het kind gaat iets leuks doen. Maar we doen veel meer dan logeren. We zijn met individuele doelen bezig en gericht op de begeleiding van het kind. Terwijl de sfeer zo normaal mogelijk blijft, worden er tegelijk veel doelen na gestreefd waarin voor elk kind een specifieke behandeling geldt. Als we dat ook richting het kind zo hadden gebracht, zou een kind het als verplichting gaan zien, terwijl kinderen hier nu juist graag zijn.”
Je hebt het over creatieve, passende oplossingen. Hoe gaat ROOZ deze vinden?
“We proberen naar kinderen, ouders en verwijzers niet direct een oplossing te bieden maar juist eerst nieuwsgierig te zijn, zodat we verder kijken dan het voor de hand liggende. Die nieuwsgierigheid is belangrijk, omdat we daarin een terughoudende houding aannemen. Tegelijkertijd willen we, op het moment dat er een hulpvraag komt, er wel direct mee aan de slag gaan en dus actiegericht te werk gaan.”
Deel |
In gesprek met …
Jurrien Burghoorn
Gedragswetenschapper bij Stichting ROOZ