De toekomst van de zorg: durf af te wijken, blijf eerlijk en investeer in relaties
De visie op de toekomst van de zorg: een onderwerp waar we ons vanuit Stichting ROOZ vaak mee bezighouden. Wat is de visie van Stichting ROOZ? En hoe passen onze kwaliteiten in die visie? Gedragswetenschappers Jurrien en Farhad lichten de visie op de toekomst van de zorg toe.
Werken vanuit de visie ‘doen wat echt nodig is met passie en lef’. Kunnen jullie dat toelichten?
Farhad: “Daar verstaan wij onder dat wij ons realiseren dat dit mensenwerk is. En mensen kan je niet altijd passen in protocollen en procedures. Durf daar van af te wijken, in het belang van je cliënt. En terwijl je dat doet: stel je open voor feedback. Wij zijn niet de alwetende professionals.
In het contact met onze cliënten zie je onze passie en lef op verschillende manieren terug. Iedere begeleider doet dat op zijn eigen manier. En daarin leren we van elkaar. Een mooi voorbeeld is mijn collega die haar passie voor mensen en paarden laat terugkomen in haar werk door haar cliënten met de hulp van haar paarden te begeleiden. Daar ontstaan de meeste waardevolle processen.
Zo leveren wij binnen onze mogelijkheden maatwerk, afgestemd op wat een cliënt nodig heeft om zo snel en goed mogelijk zonder hulpverlening verder te kunnen. Kunnen wij de vraag niet aan, dan zijn wij daar ook eerlijk en transparant over.”
Jurrien: “Ik sluit me aan bij Farhad. Ik vind ook dat je die passie echt merkt in de betrokkenheid van collega’s naar cliënten toe. Laatst wilde een ambulant begeleider het gesprek aan gaan met haar cliënt omdat er echt iets moest veranderen in hun gedrag, anders was ze genoodzaakt de hulp te stoppen. Dit gebeurt in de zorg niet vaak, maar het zorgt er wel voor dat de zorg eerlijk blijft.
In dit voorbeeld zie je ook lef terug. We proberen andere wegen in te slaan doordat we open staan om te evalueren en om verwachtingen uit te spreken. We proberen ons kwetsbaar op te stellen, terwijl het niet gebruikelijk is in zorglandschap.”
Hoe geven we vorm aan de kernkwaliteit ‘We doen minder met meer impact’?
Farhad: “Een heel mooi voorbeeld is de techniek Flash 2.0. Een snelle, niet belastende behandeling van een traumatische herinnering of een angst. In een paar minuten kan je bij je cliënt (of jezelf!) de impact van een nare herinnering of angst drastisch verminderen. Dat is veel impact met een korte en simpele interventie! Het werkt natuurlijk niet altijd zo eenvoudig. Maar als je als hulpverlener investeert in de relatie met je cliënt, de tijd neemt om de ander echt te zien en te horen, zal je veel meer bereiken met minder inzet. Zonder een klik is het voor beide partijen niet leuk, zo kan je maanden duwen en trekken aan elkaar zonder vooruitgang.”
Jurrien: “Bij minder doen met meer impact komt ook weer lef kijken. Als wij vinden dat een situatie niet hulpverleningswaardig is, steken we daar geen geld in. Dat is een risico, want soms lijkt een casus in eerste instantie niet hulpverleningswaardig, maar blijkt er toch een achterliggende gedachte achter te zitten. Daarom moeten we daar vanuit de basis wel kritisch naar blijven kijken.”
Welke uitdagingen zijn er binnen de jeugdzorg en GGZ en wat moet hierin veranderen om de uitdaging aan te gaan?
Jurrien: “Het is belangrijk om te normaliseren. Neem de Cito-toets of het consultatiebureau. Je wordt constant gemeten met een groep en die meetmaatschappij vergroot het probleem en zorgt voor de drang om nog beter te willen zijn. We kunnen beter kijken naar hoe iemand het doet ten opzichte van zijn of haar verleden in plaats van iemand te vergelijken met een groep. De hoeveelheid diagnoses die worden gesteld doen namelijk iets raars met de identiteitsontwikkeling van een persoon, omdat je een sticker hebt.”
Farhad: “Ik zie nog te veel symptoombestrijding binnen de jeugdzorg en GGZ. Er wordt veel tijd en geld gestoken in ingewikkelde onderzoeken om een diagnose te kunnen stellen. Om vervolgens de symptomen van de diagnose te behandelen. Ik ben niet tegen diagnoses. Ik ben mij er van bewust dat een diagnose ook deuren opent en een cliënt zichzelf kan helpen begrijpen.
Ik zie echter ook de keerzijde. Waarbij de focus komt te liggen op de beperkingen als gevolg van de diagnose en de diagnose zelfs onderdeel wordt van de identiteit van een mens. We laten ons in de hulpverlening nog teveel leiden door diagnoses, met als gevolg dat ons blikveld wordt vernauwd. Laten we de mens achter de diagnose en zijn kwaliteiten voorop stellen! Zo maak ik mij ook zorgen over de snel groeiende aandacht voor genderkwesties bij jonge kwetsbare kinderen, met alle bijbehorende labels.”
Jurrien: “De identiteitsvraag is inderdaad een hele belangrijke. Dat komt door de verandering van maatschappelijke banden en de sociale verbinding. De kerken zijn gekrompen, mensen zijn geen lid meer van verenigingen, waardoor er minder sociale hulp is. Het hebben van een sociaal netwerk werkt preventief maar ook curatief. En daarom willen we meer doen met ervaringsdeskundigen. Bijvoorbeeld de vadergroep: vaders helpen elkaar door met elkaar ervaringen te delen. Ook de moedergroep start weer. Dat zouden we veel effectiever kunnen inzetten.”
Deel |
Farhad
Jurrien