Medewerker aan het woord: Angela

Maandelijks geven wij het woord aan een van onze medewerkers. Zo wordt niet alleen duidelijk wat wij doen met ons werk, maar ook waarom wij ons werk doen vanuit Stichting ROOZ. Deze maand is Angela aan het woord, die groepsbegeleider en ambulant medewerker is.

Hoe lang werk je al bij Stichting ROOZ en wat is je achtergrond?

“Ik werk nu één jaar bij Stichting ROOZ. Van oorsprong ben ik eigenlijk kapster, maar ik merkte dat werken met kinderen mij aansprak. Als ik een kind in de stoel had zitten merkte ik de veiligheid bij het kind. Daarom heb ik in 2019 een omscholing gedaan naar educatief professional, een tweejarige hbo opleiding op niveau 5.

Door een vacature op LinkedIn ben ik bij ROOZ terecht gekomen en toen dacht ik: dat kan wel passend zijn. Op die manier ben ik er zo ingerold. Momenteel volg ik een studie Social Work en loop ik naast mijn werk bij Stichting ROOZ stage bij de jeugdbescherming om mijn kennis binnen de jeugdzorg uit te breiden.”

Wat is je functie bij Stichting ROOZ?

“Ik ben hoofdzakelijk groepsbegeleider, daarnaast doe ik ook de reguliere ambulante hulp, die gericht is op het kind. Ik begon in april 2021 bij ROOZ als groepsbegeleider en na een half jaar kreeg ik de eerste ambulante hulpvraag. ROOZ is vooral een lerend bedrijf met veel doorgroeimogelijkheden. Studenten leren zich er ontwikkelen, maar ook voor personeel is die mogelijkheid er. Ik vind het leuk dat dat kan. Niet elke werkgever werkt daaraan mee.”

Waarom heb je de keuze voor Stichting ROOZ gemaakt?

“ROOZ sprak mij aan omdat je niet alleen heel erg gericht bezig bent met de cliënt, maar ook met zijn of haar contacten. Ouders, maar bijvoorbeeld ook stagiaires. Hiervoor heb ik op een BSO gewerkt en daar had je vooral contact met de groep. Nu heb je contact met de groep, maar ook alles daarbuiten. Je kan elkaar opzoeken als er iets speelt. Je bent er niet alleen voor het kind, maar je doet het samen. Dat je die verbindende schakel bent, vind ik mooi.

Ook ben je nooit uitgeleerd bij ROOZ. Er zijn altijd mogelijkheden en je leert ook je rol uitbreiden. Je staat op de groep en je leidt een stagiair op. Je kan jezelf ontwikkelen maar ook een ander.”

Wat zijn de leuke en de minder leuke dingen aan je werk?

“Het leuke aan mijn werk vind ik de samenwerkingen en dat het een lerende organisatie is.

De minder leuke dingen vind ik de agressies. Ze komen gelukkig niet veel voor, maar als het voorkomt is dat minder leuk. Zo stond ik bijvoorbeeld eens tussen een vechtpartij tussen twee cliënten in. Op zo’n moment gaat er van alles door je heen en moet je het moment aftasten: wat gaat er gebeuren? Uiteindelijk gaat de veiligheid van het kind voor.

Die uitdaging maakt het juist ook leuk. Dat is ook leuk aan de samenwerking met iedereen. Je kan er voor elkaar zijn. En vervelende situaties gebeuren, maar je kan er altijd op reflecteren en erop terugkomen. Fouten maken is menselijk.”

Wat hoop je binnen Stichting ROOZ te bereiken?

“Op persoonlijk vlak hoop ik door te stromen naar persoonlijke begeleiding vanuit mijn rol als groepsbegeleider.

Voor Stichting ROOZ hoop ik dat we meer cliëntgericht kunnen werken. Dat we de cliënt mede-eigenaar kunnen laten zijn van hun rapportage en het kind meer bij het proces betrekken. Als we samen leerdoelen opstellen en het kind een stukje laten invullen over hoe hij de situatie ervaart, kan je samen tot een geheel komen. Het is dan niet alleen het verhaal van de begeleiding, maar ook dat van het kind. Ik hoop dat we daar iets mee kunnen doen.”